Beschrijving
Kikkerdril vangen
Je begint natuurlijk met het vangen van de kikkerdril. Met een schepnet haal je kikkerdril makkelijk uit het water. Neem niet teveel dril mee naar huis. Je hebt al snel meer eitjes dan je denkt. Vergeet niet om een waterplantje mee te nemen uit de sloot!
In de vissenkom
Doe de kikkerdril en het waterplantje thuis in een schone, doorzichtige bak. Vul de bak met kraanwater. Zet de bak daarna op een lichte plek, de vensterbank bijvoorbeeld. Let wel op dat je de bak niet in de zon zet. Als het water te warm wordt, overleven de eitjes het niet. Het water in de bak moet je vaak verversen. Haal de eitjes en kikkervisjes om de dag even uit de bak (in een ander klein bakje) zodat je het water in de grote bak kunt
verversen.
Kikkervisjes eten plantaardig voedsel zoals algen. Maar je kunt ze ook een beetje sla voeren. Was de sla wel eerst goed. Doe de gewassen sla in een kom en giet er heet water overheen. Laat de sla even afkoelen. Voer de sla daarna aan de kikkervisjes.
Kikkerdril, kikkervisjes, kikkers
Na een tijd komen de eitjes uit en heb je kleine kikkervisjes in je kom. We noemen deze visjes ook wel dikkopjes. De dikkopjes zien eruit als een vis met een staart en kieuwen om adem te halen. Na een poosje krijgen ze achterpootjes. Weer een paar dagen later krijgen ze voorpootjes. Wanneer de voorpootjes tevoorschijn komen, gebeurt er nog iets heel bijzonders. De kieuwen verdwijnen! De dikkopjes halen vanaf dat moment adem door hun longen, net als wij. Wij kunnen onder water geen ademhalen. De dikkopjes kunnen dat ook niet meer wanneer hun kieuwen verdwijnen. Je moet dus goed opletten en
zorgen dat er een manier is waarop ze uit het water kunnen kruipen. Dat kan bijvoorbeeld door een tak of stukje schors in je bak te plaatsen.
In de dagen hierna gebeurt er nog veel meer bij de kikkervisjes. Ze krijgen oogleden
en traanklieren. De kleine mond wordt een brede kikkerbek en de tong wordt
meer dan 2 keer zo lang. Vanaf nu zijn het geen planteneters meer, maar vleeseters.
De hoogste tijd om de kikkers weer vrij te laten in de natuur. Kies daarvoor dezelfde
plek als waar je de kikkerdril hebt gevangen.