Beschrijving
Denk aan sjoelen en blaasvoetbal en iets daar tussen in. Lees snel verder en daag je vriendjes uit voor een potje pingpong sjoelen!
Bepaal eerst samen hoeveel punten je kunt verdienen per bekertje (bijvoorbeeld 1 punt, 2, punten, 3 punten, 5 punten, 10 punten). Pak een aantal plastic bekertjes en schrijf de verschillende aantallen punten, met een permanent marker, op de bekertjes. Plak de bekertjes daarna aan de zijkant van de tafel vast (zodat het balletje vanaf de tafel in het bekertje kan vallen).
Ga met alle spelers aan de andere kant van de tafel staan. De spelers spelen, net als bij sjoelen, om de beurt. De eerste speler begint. Pakt de keukenrol en legt het pingpong balletje op tafel. Gebruik de keukenrol om het pingpongballetje in 1 van de bekertjes te blazen. In 1 beurt mag je alle 3 de pingpongballetjes spelen. Tel na elke beurt de punten bij elkaar op. Als je weet hoeveel punten de eerste speler heeft, is het de beurt aan de tweede speler. Welke speler speelt de meeste punten bij elkaar?
Tips:
0-4 jaar: Maak de activiteit makkelijker door randen om de tafel te plakken waardoor het balletje niet van de tafel kan rollen.
4-7 jaar: Plaats de bekertjes ver uit elkaar. Dit maakt het spel moeilijker. En plaats de bekertjes met de meeste punten bijvoorbeeld op de hoeken van de tafel.
8-12 jaar: Speel allemaal tegelijk (markeer de balletjes met een kleur per speler). Zo moet je goed oppassen dat je niet het balletje van een andere speler in de het bekertje speelt!