Beschrijving
Vertel met een spannende stem dat we op berenjacht gaan. Met je handen op je knieën maak je het geluid van lopen. Je komt allerlei hindernissen tegen: de deur, een muur, water, modder, een boom. Elke hindernis wordt genomen met de woorden: “Een deur … water … wat moeten we doen? We kunnen er niet onderdoor. We kunnen
er niet overheen. Dan gaan we er doorheen.” Gebruik begeleidende gebaren bij het openen van de deur, zwemmen en klimmen. Tussendoor blijf je het loopgeluid maken met je handen op je knieën. Uiteindelijk kom je bij het berenhol. We gaan naar binnen. Handen vooruit want het is donker: “Ik zie niks … ik voel iets … wat is het? Het is zacht, het is warm, het beweegt, het doet zijn ogen open. HET IS DE BEER! Rennen …”.
In snel tempo ga je in omgekeerde volgorde weer helemaal terug. Tot de deur die dichtslaat. Einde. Hè hè, we zijn weer thuis.