Beschrijving
Robots kunnen niet zelf denken. Wil je dat een robot doet wat jij zegt? Dan moet je duidelijke instructies geven. Hoe goed kun jij dat? Oefen dit met een vriendje of vriendinnetje.
Spreek af wie de robot is en wie opdrachten geeft. Dat is de programmeur. Hij zegt wat de robot moet doen.
De programmeur
Bedenk een eenvoudige taak die je de robot wilt laten uitvoeren. Bijvoorbeeld: een jas aantrekken. Vertel je robotvriend stap voor stap wat hij moet doen. Hangt de jas nog aan de kapstok in de gang? Dan moet je de robot eerst daarheen sturen. Zit de deur dicht? De robot kan niet door deuren heen. Dus vertel hem eerst dat hij de klink moet pakken en de deur open moet doen. Het is belangrijk dat je geen stappen vergeet.
De robot
Je kunt niet zelf denken. Luister goed naar de programmeur. Volg zijn instructies precies op. Is het gelukt (SUCCES)? Of juist niet en was er eenERROR? Bespreek wat er goed en fout ging. Draai daarna de rollen om.