Beschrijving
Voor je kunt beginnen, moet je eerst samen een opdrachtenlijst maken. Schrijf op een groot vel de nummers 1 tot en met 30. Zet achter elk getal een voorwerp of opdracht. Bijvoorbeeld:
1 = Zoek een afwasborstel.
2 = Zoek een bal.
3 = Maak een koprol.
4 = Druk 10 keer op.
5 = Spring 5 keer in de lucht.
6 = Geef iemand een knuffel.
7 = Trek je jas aan.
Je speelt deze bingo met minimaal 2 teams van 2 tot 4 spelers. Zorg dat elk team een eigen bingokaart heeft. Spreek af waar jullie voor spelen (bovenste rij, onderste rij, hele kaart vol, enzovoorts). Ga met je team bij je bingokaart zitten en wacht tot de getallen geroepen worden. Als een getal wordt geroepen, kijk je eerst of deze op jullie bingokaart staat.
Ja? Check dan snel de opdrachtenlijst. Welke opdracht hoort bij dit getal? 1 persoon van het team voert de opdracht zo snel mogelijk uit. Pas als de opdracht is uitgevoerd, mag je het getal van de bingokaart afstrepen. Let op: terwijl 1 persoon van het team de opdracht uitvoert, gaat de bingo gewoon door. Verdeel de taken dus goed. Het kan ook zo zijn dat je een nummer niet hebt. Dan kun je blijven zitten.