Beschrijving
Voorbereiding:
Markeer een groot speelveld op het gras, het plein of in een zaal. Wees creatief: gebruik materiaal uit de natuur, zoals takken, of gebruik pionnen.
Verdeel het speelveld in twee vakken.
In elk vak maak je een cirkel (de burcht), met zand, takjes, touw of tape. Maak de cirkel zo groot dat een kind er in vijf stappen doorheen kan lopen.
Verdeel de kinderen in twee legers en laat ze een toren bouwen in hun burcht. Gebruik blikjes of ander materiaal om een toren mee te bouwen. Zorg dat de beide torens even hoog zijn.
Speluitleg:
De spelers proberen de burcht van de tegenpartij te veroveren en hun toren om te gooien.
Ook verdedigen ze hun burcht en toren tegen de tegenpartij
Beide teams moeten zowel aanvallen als verdedigen. Dit mogen ze op elk moment doen.
Als je wilt aanvallen, kom je in vijandelijk gebied: de andere helft van het speelveld. In het vijandelijk gebied kan je gepakt (getikt) worden! Probeer zonder gepakt te worden de burcht te bereiken en de toren om te gooien. Je mag terugrennen wanneer je wilt.
Je moet ook je eigen burcht en toren verdedigen: je pakt (tikt) indringers van het andere leger die op jullie speelveld komen.
Wie gepakt is, gaat aan de zijkant staan en wacht tot er een teamgenoot gepakt is. Daarna mag je weer meedoen.
Einde van het spel:
Het spel is afgelopen als de toren van een van de legers is omgegooid. Het leger dat als eerste de burcht van de tegenpartij is binnengedrongen en de toren heeft omgegooid heeft gewonnen!
Variaties:
Varieer in de grootte van het spelveld of burcht om het spel makkelijker of moeilijker te maken.
Als de toren met een pittenzakje moet worden omgegooid, maakt dat het spel moeilijker. De toren zal dan waarschijnlijk niet in één keer kapot zijn.